Rondetafelgesprek CNO's en verpleegkundigen: "Uitstroom voorkomen? Zet professional centraal"

Er is veel enthousiasme voor het verpleegkundig vak, maar ook de uitstroom is hoog. Hoe pakken Deventer Ziekenhuis en Zuyderland Medisch Centrum deze uitdaging aan? Wat zijn mogelijke oplossingen? Zorg voor een zachte landing, bied loopbaanperspectief en organiseer het werk zo dat medewerkers met plezier aan de slag willen blijven. 

Dit kwam naar voren tijdens het rondetafelgesprek dat RN2Blend op 20 januari organiseerde. Aan tafel zaten Chief Nursing Officer (CNO) Irene Harmsen en regieverpleegkundige Lieke de Louter uit het Deventer Ziekenhuis en CNO Miranda Feijen en hbo-verpleegkundige en verplegingswetenschapper Daniël Huijten uit het Zuyderland Medisch Centrum. In het derde artikel bespreken ze het thema behoud van zorgprofessionals.

Traineejaar voor startende verpleegkundigen

“Er is een toename van jonge verpleegkundigen die vertrekken uit de zorg”, zegt Harmsen. “Ik denk dat die uitstroom deels te voorkomen is, als we zorgen voor een betere overgang tussen opleiding en baan. Bijvoorbeeld door afgestudeerden eerst een traineejaar aan te bieden, waarbij ze onder begeleiding op verschillende afdelingen werken. Zo doen ze ervaring op en kunnen ze ontdekken wat bij ze past en goed aansluit bij hun competenties.”

Gebrek aan praktijkervaring

Met name hbo-verpleegkundigen lopen na hun opleiding soms tegen een gebrek aan praktijkervaring aan, merkt De Louter. “Zij hebben tijdens hun opleiding minder uur aan praktijkstage gehad dan de mbo’ers. Hun opleiding richt zich ook op vaardigheden als onderzoek doen en coachen. Er blijft dan minder tijd over voor het aanleren van klinische taken. Sommige verpleegkundigen hebben op hun eerste werkdag nog maar heel weinig praktijkervaring opgedaan, terwijl er wel veel van ze verwacht wordt op de werkvloer.”

Jonge hbo’ers worstelen met rol

In het Zuyderland Medisch Centrum herkennen ze dit. Huijten: “Jonge hbo’ers worstelen met hun rol. Er wordt van ze verwacht dat ze een coachende rol innemen, maar ze kunnen bepaalde klinische verwachtingen niet gelijk waarmaken. De verpleegkundige met jarenlange ervaring, met een mbo- of in service-achtergrond, heeft daarentegen een schat aan klinische kennis.” Maak (meer) gebruik van de kennis en ervaring die er al op de afdelingen is, is zijn advies. “Kijk naar alle professionals in een team. Daag ze uit hun kwaliteiten in te zetten en elkaar te ondersteunen. Ik verwacht dat er minder verloop zal zijn als verpleegkundigen meer hun sterke kanten gaan gebruiken.” 

Registratielast verminderen

Niet alleen jonge verpleegkundigen vertrekken. De uitstroom is onder alle verpleegkundigen hoog. Om meer mensen te behouden voor de zorg moet een aantal zaken structureel anders worden georganiseerd, klinkt het aan tafel. Zoals de registratielast waarmee verpleegkundigen te maken hebben. “We moeten af van de cultuur van controleren en beheersen”, vindt Feijen. “Alles is vastgelegd in richtlijnen en protocollen. De registratielast is enorm door alle data die we moeten aanleveren. Het is een trend die moet stoppen, want het is funest voor de autonomie. Vertrouw op de zorgprofessionals, laat ze zelf nadenken over wat goede en veilige zorg is.” 

Leren loslaten

Daar sluit Harmsen zich bij aan. “Minder registreren vraagt van leidinggevenden om meer durven los te laten en verpleegkundigen de ruimte te geven.” Daarin ligt meteen ook de uitdaging voor verpleegkundigen, vindt De Louter. “We willen het graag heel goed doen en heel veilig. Het is dan best spannend om niet meer alles vast te leggen.” Dat herkent Huijten: “We houden het ook zelf in stand. In ons nieuwe opiaten-registratiesysteem is het bijvoorbeeld niet langer nodig om een collega erbij te roepen om af te vinken. Maar toch doet iedereen het nog.”

Luisteren naar zorgprofessionals

Om uitstroom te voorkomen is het volgens Harmsen belangrijk dat er meer naar zorgprofessionals wordt geluisterd. “Zet de professional centraal: wat heeft die nodig om goede zorg te leveren en wat moeten we daarvoor organiseren als ziekenhuis?” Dit komt ook terug in de nieuwe visie op leren van het Deventer Ziekenhuis. “De medewerker heeft de regie en beoordeelt zichzelf. Voel ik me bekwaam om een bepaalde handeling uit te voeren of moet ik in actie komen? Geen afvinklijstjes meer, de medewerker bepaalt zelf.” 

Taakherschikking en functiedifferentiatie

Het bieden van voldoende loopbaanperspectief kan ervoor zorgen dat meer medewerkers binnenboord blijven, denkt Harmsen. “Initiatieven rondom taakherschikking en functiedifferentiatie kunnen daaraan bijdragen. Er ontstaan daardoor meer mogelijkheden om je loopbaan vorm te geven. Daarin moet veel mogelijk zijn. Verpleegkundigen kunnen zich vakinhoudelijk ontwikkelen, maar bijvoorbeeld ook de wetenschap in gaan, beleid maken of lesgeven. Of verschillende functies combineren. Uitgangspunt is dat de professional de regie heeft. Ontdek wat iemands ambities zijn en probeer dit als organisatie mogelijk te maken.” 

Netwerkfuncties 

Kijk daarbij ook verder dan de muren van het ziekenhuis, vinden de deelnemers aan het rondetafelgesprek. Het voorbeeld van de verpleegkundig specialist komt voorbij, een relatief nieuwe functie. Ze zien een rol weggelegd als regiehouder van de zorg in het netwerk rondom de patiënt. De verpleegkundig specialist kent de verschillende domeinen immers goed, zowel eerste als tweede lijn. De Louter: “Met zulke netwerkfuncties creëer je ook een mooie mogelijkheid voor zorgprofessionals die anders zouden uitstromen, omdat ze op de kliniek hun ei niet meer kwijt kunnen. Het gaat er natuurlijk om dat we de beste zorg voor de patiënt leveren. Als er meer loopbaanmogelijkheden zijn, zorgt dat voor meer werkplezier en dat zal ook een gunstig effect hebben op de patiëntenzorg.”


Meer lezen?

Lees ook de eerdere artikelen naar aanleiding van het rondetafelgesprek:

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang het RN2Blend-nieuws maximaal 1 keer per week in je mailbox.

Schrijf je in