Rondetafelgesprek CNO's en verpleegkundigen: "De ideale functiemix is kwestie van maatwerk"
Zuyderland Medisch Centrum en Deventer Ziekenhuis zijn allebei op hun eigen manier bezig met functiedifferentiatie. Voor beide ziekenhuizen geldt dat er geen blauwdruk is voor de optimale functiemix: het is een kwestie van maatwerk. En het gaat allang niet meer alleen over mbo- en hbo-verpleegkundigen, maar over het team als geheel.
Rondetafelgesprek
Dit kwam naar voren tijdens het rondetafelgesprek dat RN2Blend organiseerde. Aan tafel zaten Chief Nursing Officer (CNO) Irene Harmsen en regieverpleegkundige Lieke de Louter uit het Deventer Ziekenhuis en CNO Miranda Feijen en hbo-verpleegkundige en verplegingswetenschapper Daniël Huijten uit het Zuyderland Medisch Centrum. Het eerste artikel ging over zeggenschap. In het tweede artikel bespreken ze het thema gedifferentieerd werken.
Ontwikkeltraject
Het Deventer Ziekenhuis introduceerde de regieverpleegkundige een aantal jaar geleden. Verpleegkundigen met een hbo-achtergrond die deze functie ambiëren volgen een ontwikkeltraject van één jaar, waarin zij vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn om als regieverpleegkundige te kunnen werken. “Het is een traject op maat waarin je bijvoorbeeld scholing volgt op het gebied van evidence based practice (EBP)”, vertelt De Louter, die het traject zelf doorliep. “Als regieverpleegkundige werk je nog steeds in de patiëntenzorg, maar heb je daarnaast tijd voor andere taken, zoals werken aan kwaliteitsverbetering.”
Bredere blik
Ook het Zuyderland Ziekenhuis is bezig met functiedifferentiatie, maar koos niet voor de term regieverpleegkundige. “Die term leverde hier veel controverse op”, vertelt Huijten. “En waar we ons in eerste instantie richtten op een onderscheid tussen mbo- en hbo-verpleegkundigen, hebben we onze blik inmiddels verbreed. We kijken naar het team als geheel en wie daarin welke rol kan pakken. Het gaat bijvoorbeeld ook over verzorgenden, helpenden en verpleegkundig onderzoekers.”
Zoektocht naar juiste mix
Die bredere kijk is er ook in het Deventer ziekenhuis, zegt Harmsen. “Het is op elke afdeling een zoektocht naar de juiste mix om goede kwaliteit van zorg te kunnen leveren. Op de dialyseafdeling onderzoeken we bijvoorbeeld welke taken afdelingsassistenten en dialyseassistenten kunnen overnemen van dialyseverpleegkundigen. En tijdens de coronadrukte op de IC’s hebben we veel baat gehad bij de inzet van buddy’s. We kijken nu of en hoe we hieraan een vervolg kunnen geven. En daarnaast doen verpleegkundig onderzoekers hun intrede op onze afdelingen. Zij werken de helft van de tijd in de zorg en besteden de andere helft aan onderzoek.”
Functiedifferentiatie is maatwerk
Feijen is blij dat de discussie over functiedifferentiatie niet meer zo rigide is als een aantal jaar geleden. “Toen streefden we naar een bepaald percentage hbo’ers op elke afdeling. We zijn er nu achter dat het zo niet werkt, het moet maatwerk zijn.” Ook is de aandacht verschoven van de hbo-verpleegkundige naar het team als geheel, voegt Harmsen toe. “En wat het effect is op de samenwerking als je gaat differentiëren. Daar moet in de opleiding al meer aandacht voor komen. De ene verpleegkundige heeft geleerd te coachen, coördineren en EBP toe te passen. Een andere verpleegkundige is technisch veel vaardiger. Hoe zorg je ervoor dat die rollen elkaar versterken? Het mooie is dat door te differentiëren nieuwe doorgroeimogelijkheden en loopbaanpaden ontstaan. Dat draagt bij aan het behoud en aantrekken van medewerkers.”
Meer aandacht voor kwaliteitsverbetering
Gedifferentieerd werken heeft in het team veel veranderd, vindt De Louter. “Er is bijvoorbeeld meer aandacht voor kwaliteitsverbetering. En het initiatief om daarmee aan de slag te gaan, komt vaker vanuit het team zelf. Regieverpleegkundigen nemen vaak het voortouw om EBP-vraagstukken op te pakken, en nemen de rest mee. Dat hoort bij je nieuwe rol, maar daar is ook lef voor nodig. Als we merken dat een bepaalde handeling of richtlijn geen waarde toevoegt, dan onderzoeken we hoe het anders kan. Zo twijfelden we over de doelmatigheid van een richtlijn over verplichte bedrust na een nierbiopsie. We zijn een onderzoek gestart en daarna met de medische staf in gesprek gegaan over aanpassing van het protocol.”
Beweging van 2 kanten
Huijten merkt dat verpleegkundigen zich tegenwoordig meer eigenaar voelen van de zorg die ze verlenen. “We zijn de expert in het verpleegkundig domein en de arts is expert in het medisch domein. De één is niet belangrijker dan de ander. Terwijl we ons vroeger meer als de ondergeschikte partij zagen.” Verpleegkundigen moeten wel erkend en gefaciliteerd worden in die expertrol, vindt hij. “Dat betekent dat we worden gezien en mogen meebeslissen. Komt er bijvoorbeeld een afdelingsoverstijgende commissie over medicijnveiligheid: zorg dan ook dat verpleegkundigen een gelijkwaardige stem in de besluitvorming hebben. En gaat een onderwerp over het verpleegkundige werkproces, dan moeten de verpleegkundigen ook de besluiten nemen. Ze moeten die plek ook zelf opeisen. De beweging komt van 2 kanten.”
Lees ook het eerste artikel naar aanleiding van het rondetafelgesprek, over zeggenschap.