Wat levert anders organiseren van verpleegkundig werk op?

Promovenda Nienke Miedema onderzoekt samen met haar collega-onderzoekers wat het anders inrichten van verpleegkundig werk kan opleveren. Ze ontwikkelt een instrument dat laat zien op welke manieren je in verpleegkundige teams kunt differentiëren. En brengt in kaart wat verpleegkundigen belangrijk vinden in hun werk. Haar promotietraject brengt 2 dingen samen: haar interesse voor wetenschappelijk onderzoek en de liefde voor het verpleegkundig vak. “Wat ik ophaal, wil ik terugbrengen naar de praktijk.”

Nienke Miedema

Miedema bestudeert teams in ziekenhuizen die experimenteren met een vorm van gedifferentieerd werken. “We onderzoeken het vraagstuk: als je een verpleegkundig team anders inricht, wat betekent dit dan voor de patiënt en voor de verpleegkundigen die in het team werken? We brengen eerst de oude situatie in kaart en meten opnieuw als een tijdje op de nieuwe manier is gewerkt. Bijvoorbeeld na de introductie van de regieverpleegkundige in een team. Zo krijgen we zicht op de veranderingen en wat dit oplevert. We kijken onder meer naar de tijdsbesteding van verpleegkundigen. Hoeveel tijd zijn verpleegkundigen gemiddeld met een patiënt bezig? En houdt een team door de komst van de regieverpleegkundige bijvoorbeeld meer tijd over? Dat leggen we naast gezondheidsuitkomsten, zoals de kwaliteit van leven van de patiënt, de mate van mobiliteit of pijnscores. Die combinatie is interessant: wat levert het op voor de patiënt en voor de verpleegkundige?” 

Spil in de patiëntenzorg 

Om de resultaten boven tafel te krijgen, zetten de onderzoekers vragenlijsten uit en lopen ze mee op de afdelingen die een experiment zijn gestart. Miedema neemt daarbij de nodige kennis mee vanuit haar eigen verpleegkundige achtergrond. Voordat ze met dit onderzoek begon, werkte ze namelijk als verpleegkundige op de afdeling longgeneeskunde in een ziekenhuis. “Verpleegkundig werk is ontzettend leuk”, vertelt ze. “De gezondheidszorg trok me altijd al. Ik koos er bewust voor om verpleegkundige te worden en geen arts, omdat ik graag praktisch bezig ben en het contact met de patiënt heel belangrijk vindt. Als verpleegkundige ben je de spil in de patiëntenzorg. Het samen met verpleegkundigen en artsen werken aan de beste zorg voor die patiënt, dat motiveert enorm.”

Het verpleegkundig vak biedt veel kansen, ziet Miedema. “Er zijn veel mogelijkheden om je te ontwikkelen, maar niet altijd binnen de afdeling waar je werkt, merkte ik. Zo wilde ik meer onderzoekend en patiëntoverstijgend bezig zijn. Kennis vergaren over wat ik om mij heen zag gebeuren en die kennis gebruiken om de zorg te verbeteren. Ik besloot toen de master Health Economics, Policy & Law aan de Erasmus Universiteit te gaan doen. Na mijn diploma kwam ik bij het RN2Blend-onderzoek terecht. Het is aan de ene kant goed om te zien dat verpleegkundigen op steeds meer verschillende niveaus actief zijn: in het wetenschappelijk onderzoek, zoals ik. Of op strategisch niveau, zoals de CNO’s in de ziekenhuizen. Maar die ontwikkeling betekent ook: minder handen aan het bed. En dat terwijl de meeste verpleegkundigen juist zo graag met patiënten werken. Het zou mooi zijn als er meer mogelijkheden zijn om verschillende rollen te combineren. Met ons onderzoek willen we hier graag aan bijdragen.” 

Samenwerken met ziekenhuizen 

Miedema en haar collega’s voeren hun onderzoek uit in nauwe samenwerking met de ziekenhuizen. De kennis die het oplevert, daar moet het hele veld wat aan hebben, vindt de promovenda. “In de ziekenhuizen onderzoeken we heel specifieke casussen. Elke afdeling is anders qua patiëntengroep, specialismen en teamsamenstelling. Dat maakt vergelijken lastig. Toch streven we ernaar om onze resultaten bruikbaar te maken voor andere ziekenhuizen. Dit willen we bereiken door elk experiment en elk onderzoek zo concreet mogelijk te beschrijven. De resultaten maken we breed beschikbaar. Ziekenhuizen die met vergelijkbare vraagstukken bezig zijn, kunnen er vervolgens uit halen wat relevant is voor hun eigen specifieke situatie en daarvan leren.”
 
Ook werkt Miedema aan een praktisch instrument dat laat zien op welke manieren je verpleegkundig werk kunt organiseren. “We merken dat er veel vraag is naar het hoe van gedifferentieerd werken. 
Afdelingen zijn zoekende, wat houdt het nou precies in en hoe kun je het inrichten? Om hierop zicht te krijgen ben ik de literatuur ingedoken over dit onderwerp. Ik heb zowel rapporten van zorginstellingen als wetenschappelijke publicaties doorgespit. Dit levert een schat aan kennis op over wat er momenteel allemaal in de ziekenhuizen gebeurt. Neem bijvoorbeeld de inzet van buddy’s op de IC’s of het introduceren van regieverpleegkundigen. Daar komen allerlei vraagstukken bij kijken. Zoals: differentiëren we op basis van opleidingsniveau of bijvoorbeeld op basis van competenties of taken? En zo’n buddysysteem, bestaat dat alleen op de IC’s of ook op andere afdelingen? Ik maak een ordening van de manieren van differentiëren die ik ben tegengekomen en de elementen waaruit ze bestaan. Ziekenhuizen kunnen het instrument gebruiken als ze aan de slag gaan met het anders organiseren van verpleegkundig werk. Bijvoorbeeld voor het in kaart brengen van de huidige situatie en de situatie waar ze naartoe willen. Het instrument komt in het voorjaar van 2022 beschikbaar.” 

Keuze-experiment 

Een ander onderdeel van het onderzoek waar het veld echt iets aan gaat hebben, is het keuze-experiment dat binnenkort van start gaat. Miedema: “Daarin onderzoeken we naar welke omstandigheden van hun werk de voorkeur van verpleegkundigen uitgaat. Wat vind je belangrijk en wat mis je in je werk? Het gaat dan bijvoorbeeld over zaken als salaris, werkdruk en autonomie. We leggen een aantal keer de keuze tussen 2 of 3 verschillende banen voor. De kenmerken van die banen veranderen steeds. In de eerste vraag heeft de ene baan bijvoorbeeld een hoger salaris en meer werkdruk dan de andere, terwijl de tweede baan meer autonomie en minder ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Door de antwoorden van een groot aantal respondenten statistisch te analyseren kunnen we vaststellen hoe belangrijk onderdelen van het werk voor verpleegkundigen zijn. De resultaten bespreken we vervolgens met verpleegkundigen, om te horen of ze zich erin herkennen.” 

Het experiment levert inzichten op in de drijfveren van verpleegkundigen om in het vak te blijven of het vak te verlaten, vervolgt Miedema. “Welke elementen zijn daarin belangrijk? Dat willen we zo concreet mogelijk maken. De discussie gaat nu vaak over een hoger salaris, maar is dat wel zo’n grote drijfveer om al dan niet in de zorg te blijven werken? Zijn andere aspecten niet belangrijker? Meer inzicht hierin biedt veel kansen. Om gerichter beleid te kunnen maken op het verhogen van de instroom en het verlagen van de uitstroom van zorgpersoneel bijvoorbeeld. En voor verpleegkundigen om het gesprek aan te kunnen gaan, bijvoorbeeld met de VAR of de raad van bestuur. Om onderbouwd te kunnen zeggen: dít vinden wij belangrijk en daar willen we iets mee.” 

Eén been in de praktijk 

Hoe Miedema haar eigen toekomst ziet? “Wat ik na mijn promotietraject ga doen weet ik nog niet, maar ik wil altijd met één been in de verpleegkundige praktijk blijven staan. Het contact met de werkvloer is altijd gebleven. Tijdens de coronadrukte heb ik weer diensten gedraaid in het ziekenhuis. En voor het onderzoek duik ik ook de ziekenhuizen in. Door corona was het lastiger om aan de slag te gaan. De ziekenhuizen zijn gewoon ontzettend druk. Maar de zoektocht naar antwoorden blijft. Hoe kunnen we het werk anders organiseren en wat levert dit op? Dit willen we graag in kaart brengen, samen met de ziekenhuizen. Er kunnen nog steeds ziekenhuizen meedoen aan ons onderzoek. We gaan dan ook graag in gesprek met afdelingen die aan het begin staan van een verandertraject en geïnteresseerd zijn in deelname.” 

Meer weten of interesse in deelname aan het onderzoek? Mail naar miedema@eshpm.eur.nl of bekijk de pagina over de onderzoekslijn op RN2Blend.nl.

Digitaal magazine RN2Blend

Dit artikel staat in het digitale magazine van RN2Blend dat in december 2021 verscheen. Het magazine staat vol met verhalen uit de praktijk, interviews met onderzoekers en praktische tips. Benieuwd naar de rest van de artikelen?

Bekijk het magazine!
 

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang het RN2Blend-nieuws maximaal 1 keer per week in je mailbox.

Schrijf je in