'Meer zeggenschap voor verpleegkundigen is blijvend'

De grootste drukte van de eerste coronagolf was voorbij toen het RN2Blend-onderzoek naar verpleegkundig werk in ziekenhuis Rijnstate van start ging. Regieverpleegkundige en VAR-lid Geertruida van Harten en verpleegkundig specialist en VAR-voorzitter Gerjanne ter Beest blikken terug op het onderzoek en op de stappen die de afgelopen jaren zijn gezet binnen het traject Verpleegkundige van Morgen. Ze vertellen over de ontwikkelingen op het gebied van zeggenschap en positionering van verpleegkundigen. En hoe dit alles door corona in een stroomversnelling raakte. “We hebben laten zien hoe belangrijk het is dat verpleegkundigen tot op het hoogste niveau meepraten. We gaan na de crisis niet terug naar de oude situatie, dit is blijvend.” 

Gerjanne en Geertruida

Historische blik

RN2Blend-onderzoekers Pieterbas Lalleman, Dieke Martini en Hugo Schalkwijk onderzochten gedurende een aantal maanden de verpleegkundige beroepsontwikkeling en gedifferentieerd werken in Rijnstate. Ze voerden gesprekken, woonden besprekingen bij en liepen mee met verpleegkundigen. De blik van de onderzoekers richtte zich op de huidige situatie, maar ook op het verleden. “Die historische kijk is heel interessant voor ons”, vertelt Ter Beest. “Waar komen we vandaan en wat is er al gebeurd? Hoe kunnen we leren van het verleden? We hebben als verpleegkundige beroepsgroep een grote ontwikkeling doorgemaakt. Een aantal decennia geleden was taakgericht verplegen bijvoorbeeld nog de norm, waarbij de hoofdzuster en de arts vertelden wat je als verpleegkundige moest doen. Tegenwoordig heeft de verpleegkundige een gelijkwaardige plek naast de arts, met eigen inbreng en expertise.” 

Momenteel werkt Rijnstate binnen het traject de Verpleegkundige van Morgen aan het verbeteren van de positie van verpleegkundigen. Het in 2016 gestarte traject richt zich op het beter benutten van de kwaliteiten van alle verpleegkundigen, om zo de kwaliteit van zorg naar een hoger plan te tillen. Onderdeel hiervan is de introductie van de regieverpleegkundige, die zich naast de directe patiëntenzorg bijvoorbeeld bezighoudt met kwaliteitsverbetering en het coachen van collega’s. “Maar functiedifferentiatie is geen doel op zich”, beklemtoont Van Harten. “Het gaat om de ontwikkeling van het team als geheel. Teams formuleren ontwikkeldoelen en werken daar gezamenlijk aan, in speciale ontwikkeltuinen. Ze stellen zich de vraag: wat hebben wij nodig om goede zorg te blijven leveren? Welke verpleegkundige rollen hebben we nodig in het team? En hoe kan de regieverpleegkundige bijdragen?” 

Ontwikkeltuin

De ontwikkeltuin duurt anderhalf jaar. “In die periode kunnen verpleegkundigen oefenen in de functie van de regieverpleegkundige en kijken of het wat voor ze is”, vervolgt Van Harten. “Ze volgen scholing en krijgen tijd voor andere taken, zoals het doen van onderzoek. Sinds wet BIG II van de baan is, staat de functie in principe open voor alle verpleegkundigen. Een hbo v-diploma is geen vereiste, er wordt gekeken naar de kwaliteiten die je bezit. Na anderhalf jaar komt het team tot een nieuwe functiemix voor de afdeling. Het kan per afdeling verschillen hoeveel regieverpleegkundigen nodig zijn. Het streven is dat de regieverpleegkundige overal in Rijnstate aan de opgestelde functieomschrijving voldoet. Maar de accenten kunnen per afdeling verschillen.” Waarom Rijnstate kiest voor gedifferentieerde inzet? “Door te differentiëren erken je dat alle verpleegkundigen eigen kennis en kunde in huis hebben én zorg je dat ze dit kunnen toepassen in hun functie”, aldus Ter Beest. “Het mooie is dat de regie in het verandertraject geheel bij het team ligt. Er wordt niet van bovenaf beslist wie regieverpleegkundige wordt, dat is aan de teams zelf. Je merkt dat hierdoor ook meer draagvlak is voor de veranderingen.” 

Een aantal afdelingen heeft het traject inmiddels succesvol afgerond. Van Harten werkt zelf sinds kort op ‘haar’ MDL-afdeling als regieverpleegkundige. Ze merkt dat ze in haar nieuwe functie meer uitdaging ervaart, nu zij meer vaardigheden kan toepassen in haar werk. “Ik krijg de ruimte om te werken aan kwaliteitsverbetering. Zo onderzoek ik met collega’s van andere afdelingen hoe we ervoor kunnen zorgen dat patiënten sneller en in een betere conditie naar huis kunnen. Daar is een overstijgend denkniveau voor nodig.” Dit onderzoekswerk speelt zich niet ‘aan het bed’ af, maar is volgens Van Harten net zo goed verpleegkundig werk. “Dat besef moet nog wel groeien op de afdeling. Het is niet altijd direct zichtbaar wat je doet, wat bij patiëntenzorg natuurlijk wel het geval is. Het is daarom heel belangrijk om goed te blijven communiceren over het ‘onzichtbare’ deel van het werk.”  

Kritische geluiden

Van Harten en Ter Beest spreken vol enthousiasme over de ontwikkelingen. Maar niet iedereen in de organisatie is even positief. “Voor sommigen is functiedifferentiatie een gevoelig onderwerp”, zegt Ter Beest. “Ze vragen zich af waarom de introductie van de regieverpleegkundige nodig is. Dat kwam ook naar voren in het RN2Blend-onderzoek. Het is goed om ook de kritische geluiden te laten horen. Het helpt om met elkaar het gesprek te kunnen voeren.” Verpleegkundigen worden positiever zodra ze in een ontwikkeltuin hebben gewerkt, merkt Van Harten. “Ze zien dat niet alleen de regieverpleegkundigen, maar alle leden van het team erop vooruitgaan. Ze vinden het een boeiendere omgeving om in te werken, bijvoorbeeld doordat kwaliteitsverbetering meer op de afdelingen plaatsvindt. De regieverpleegkundigen zijn de trekkers, maar de rest gaat mee in de beweging. Er is meer ruimte om verpleegkundig leiderschap te tonen, ook voor de niet-regieverpleegkundigen. Verpleegkundigen gaan vaker aan de slag met de vraag: ik zie dat de kwaliteit van zorg beter kan, hoe ga ik dat oppakken? Het is vervolgens aan de regieverpleegkundige om ze hierin te coachen.” 

Kennisdeling vindt ook tussen de afdelingen plaats. Dit laatste gebeurt bij Rijnstate onder meer via het verpleegkundig platform. Deelnemers aan dit platform - een aantal verpleegkundigen uit elke afdeling - komen maandelijks bij elkaar om kennis uit te wisselen over allerlei onderwerpen die betrekking hebben op de kwaliteit van zorg. Daarnaast krijgen én nemen verpleegkundigen aan de beleidstafel steeds meer ruimte om mee te praten. Die ontwikkelingen namen een vlucht tijdens de coronacrisis. Zo kregen verpleegkundigen via de VAR een stem in het crisisbeleidsteam (CBT). Ter Beest nam als VAR-voorzitter deel aan de overleggen van het CBT. “We kwamen zelf met het verzoek om mee te praten, aangezien veel crisisbeleid de verpleegkundigen direct raakt”, vertelt ze. “Denk aan besluiten over de schaarse beschermingsmiddelen of over het toelaten van bezoek. Gelukkig zag de raad van bestuur ook de toegevoegde waarde en werd ons verzoek ingewilligd.” Het verpleegkundig platform vormde een belangrijke schakel tussen de verpleegkundigen op de werkvloer en het CBT. Van Harten: “Via het platform werd input opgehaald voor crisisbeleid, om feedback gevraagd en kwamen nieuwe besluiten snel bij de werkvloer terecht. Juist door verpleegkundigen te betrekken, ontstond zo meer draagvlak voor het beleid. We merkten gaandeweg dat er steeds meer naar verpleegkundigen werd geluisterd. Dat is een enorme winst.” 

Beroepsgroep in de kijker

De stappen die tijdens de coronacrisis – en ervoor – zijn gezet op het gebied van positionering en zeggenschap van verpleegkundigen, zijn van blijvende aard, verwacht Ter Beest. “Tijdens de coronacrisis hebben we ons als verpleegkundige beroepsgroep in de kijker gezet. En kunnen laten zien hoe belangrijk het is dat verpleegkundigen op het hoogste niveau meepraten en meebeslissen. Ook op de COVID-afdelingen waren de verpleegkundigen volop in regie. We gaan na de crisis echt niet terug naar de oude situatie. We zijn nu bezig met het omvormen van onze VAR tot een Verpleegkundig Staf Bestuur (VSB). Dit biedt nog meer mogelijkheden om invloed uit te oefenen. Daar waar een VAR vooral een reactieve, adviserende rol heeft, denkt en beslist een VSB proactief mee over nieuw beleid in het ziekenhuis. Uitgangspunt is wel dat de input van de werkvloer komt. Het moet geen ivoren toren worden. We willen echt zeggenschap voor verpleegkundigen.” 

Het RN2Blend-onderzoek laat zien dat er veel is om trots op te zijn en dat we op de goede weg zitten, vervolgt Ter Beest. “Het motiveert om verdere stappen te zetten in het verbeteren van de positie van de verpleegkundige. Want we zijn er nog niet. De regieverpleegkundigen zijn pas net gestart op de eerste afdelingen. Ze moeten hun rol nog vinden en in de praktijk hun toegevoegde waarde laten zien. De ontwikkeling is niet klaar na anderhalf jaar ontwikkeltuin. En ook al zijn verpleegkundigen inmiddels in de hoogste overlegorganen vertegenwoordigd, dat betekent niet dat alle verpleegkundigen ook hun stem laten horen. Ze moeten leren dat ze kunnen meepraten. Ook zelf die verantwoordelijkheid pakken.”

Dialoog voortzetten  

De RN2Blend-onderzoekers sloten hun studie in Rijnstate af met een onderzoeksrapport én een 7-uur durende podcastuitzending, waarin de verschillende thema’s uit het onderzoek aan bod komen, waaronder zeggenschap en gedifferentieerde inzet. Ook Ter Beest en Van Harten zijn te horen, naast managers, bestuurder, artsen en een groot aantal andere verpleegkundigen. Van Harten: “We zijn met zijn allen in gesprek gegaan over de ontwikkelingen rond het verpleegkundig beroep. Dat is heel waardevol geweest. Het is nu zaak om de dialoog voort te zetten in Rijnstate. De podcastafleveringen vormen hiervoor een mooi startpunt. We hebben met elkaar al veel teweeggebracht, daar kunnen we nu op verder bouwen.” 

Nursing in the Spodcast 

Je kunt alle afleveringen van de podcastserie Nursing in the Spodcast beluisteren op RN2Blend.nl. In de 7 afleveringen, met elk een eigen thema, delen verpleegkundigen en andere zorgprofessionals van Rijnstate hun verhalen, zorgen, knelpunten en successen. Naast de podcastserie presenteerden RN2Blend-onderzoekers Pieterbas Lalleman, Dieke Martini en Hugo Schalkwijk een onderzoeksrapport in de vorm van een leergeschiedenis. Daarin gaan de onderzoekers dieper in op een aantal thema’s die in de podcasts aan bod komen. 

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang het RN2Blend-nieuws maximaal 1 keer per week in je mailbox.

Schrijf je in