Hoogleraar Wilma van der Scheer: ‘Verpleegkundigen moeten zich zonder voorzichtigheid uitspreken’

Wilma van der ScheerWilma van der Scheer aanvaarde in februari de bijzondere leerstoel Leiderschap en Besturing in de Zorg, aan de Erasmus Universiteit. In haar oratie over gedeeld leiderschap benadrukte ze onder meer dat de verschillende kennisbronnen beter benut kunnen worden. ‘Het is je plicht als verzorgende of verpleegkundige om in te brengen wat jij hebt en de ander niet.’

RN2Blend-onderzoeker Roland Bal was dagvoorzitter tijdens het symposium voorafgaand aan de oratie. Hij verbeelde gedeeld leiderschap met een filmpje over een zijspannenrace: alleen door goed samen te werken kunnen de chauffeur, de bakkenist en de techniek de finish halen. Wat Van der Scheer betreft gaat gedeeld leiderschap in de zorg uiteraard over de verschillende professies binnen de zorg. Maar ook de patiënt en zijn naasten zijn onmisbaar: ‘We moeten alle beschikbare kennisbronnen benutten.’

Vertrouwensband

In de beweging om de patiënt meer centraal te stellen, wordt de schakelfunctie van verpleegkundigen en verzorgenden volgens Van der Scheer des te belangrijker. ‘Zij staan het dichtst bij de patiënt, komen bij de cliënt thuis. Vanuit de vertrouwensband met de patiënt hebben zij veel te bieden in het zorgproces. Bijvoorbeeld door te checken of de patiënt voldoende geïnformeerd is: Overziet die de consequenties van een voorgestelde behandeling? En omgekeerd: wordt in de behandeling voldoende rekening gehouden met de omstandigheden van de patiënt en met wat die belangrijk vindt?’

Legitimering

De kennis die de relatie met de patiënt oplevert, verdient meer erkenning. Van der Scheer: ‘Die kennis is net zo belangrijk voor een optimale behandeling als de medisch inhoudelijke kennis van de behandelend arts. Toch wordt specialistische kennis nog altijd boven de situationele en relationele kennis van verpleegkundigen en verzorgenden gesteld. Daardoor blijft relevante kennis onbenut.’

Tegen elkaar aan bemoeien

Door de piramideachtige besluitvormingsstructuren is er bovendien veel onbenut leiderschapspotentieel, ziet Van der Scheer. Dat potentieel kan vanuit diverse hoeken beter benut worden: vanuit de organisatie bijvoorbeeld door middel van leiderschapstrainingen; vanuit andere professies – zoals de medische – door gedeeld leiderschap te gunnen aan verpleegkundigen en verzorgenden. ‘Het gunnen bedoel ik in de zin van wederkerigheid, van ruimte om je over en weer tegen elkaar aan te bemoeien. Het gaat om de bereidheid in te zien dat je in de kern gelijkwaardig bent.’

Het doet ertoe

Ook de verpleegkundigen en verzorgenden zelf hebben verantwoordelijkheid om onderbenutting tegen te gaan. ‘Het is je plicht als verzorgende of verpleegkundige om in te brengen wat jij hebt en de ander niet’, zegt Van der Scheer stellig. ‘Dat begint ermee dat je de overtuiging hebt dat het ertoe doet wat je inbrengt. Pas als je dat zelfvertrouwen hebt, kun je de ruimte innemen. Als je in situaties op de werkvloer of in vergaderingen iets mis ziet gaan, dan móet je je uitspreken vanuit jouw perspectief. Zonder voorzichtigheid.’

Positief geprikkeld

Van der Scheer zag haar verhaal direct na afloop van haar oratie bevestigd door een praktiserend wijkverpleegkundige. ‘Zij vertelde me dat ze zich positief geprikkeld voelde om de gebiedsmanager van haar werkgebied aan te spreken. Want daar werden vergaderingen belegd over de hoofden van de inwoners heen. Een paar weken later had ik weer contact met haar en wat bleek: er wordt vanaf nu geen enkele bijeenkomst meer georganiseerd zonder de inwoners uit te nodigen.’