Verpleegkundigen en verzorgenden zijn geen helden, wel kampioenen
‘No more heroes’. Dat is de titel van de recente verklaring van de ILC, een internationale groep van zorgprofessionals. Het applaus van de coronaperiode is misschien geluwd, maar bij verpleegkundigen en verzorgenden is het zelfbewustzijn toegenomen. Co-auteur Getty Huisman-de Waal: ‘Zij runden complete COVID-afdelingen.’
De verklaring The ILC Oxford Statement on fundamental care in times of crises valt te lezen als een pleidooi voor meer erkenning van essentiële zorg. Huisman legt uit wat de ILC (International Learning Collaborative) daaronder verstaat: ‘Het gaat over de essentiële behoeften van mensen, zoals wassen en aankleden, eten en drinken, veiligheid en respect. Dus om fysieke aspecten, maar zeker ook om psychosociale en relationele.’
Objectief meten
Verpleegkundigen en verzorgenden zijn de leveranciers van essentiële zorg en zij hebben een grote invloed op de uitkomstmaten van patiënten. Alleen zijn die uitkomsten lang niet altijd zichtbaar, vervolgt Huisman: ‘We denken in de regel dat de uitkomsten afhangen van de medische zorg. Maar als een patiënt niet goed eet, of de wond wordt niet goed verzorgd, dan heeft dat grote invloed. Bij “harde” zaken als decubitus is dat nog redelijk objectief te meten en dat gebeurt ook al wel.’
Gevalideerde vragenlijsten
Maar een belangrijk deel van de uitkomsten is subjectief, omdat ze bijvoorbeeld op het psychosociale vlak liggen. ‘Daar gebeurt van alles: een arm om een schouder, ruimte bieden aan angst, regelen dat de familie een keer extra komt.’ De uitkomsten daarvan zijn lastig te meten, maar er zijn volgens Huisman al wel goede ontwikkelingen. ‘Daarbij maken we gebruik van meetinstrumenten uit aanpalende vakgebieden zoals de psychologie. Bijvoorbeeld gevalideerde vragenlijsten over depressie en eenzaamheidsgevoelens.’
Kortere opnameduur
Het meten en zichtbaar maken van essentiële zorg is goed voor de patiënt en voor inzicht in de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Maar het is ook van belang voor de zorgorganisatie en de samenleving als geheel. Want goede essentiële zorg betekent onder andere minder infecties, pijn, ondervoeding en decubitus. En juist meer patiëntparticipatie en aandacht voor zelfmanagement. Dit alles resulteert in minder zorg in alle settings en in een hogere kwaliteit van leven.
Enorme boost
De impact van essentiële zorg bleek eens te meer tijdens de coronaperiode. Die periode heeft een enorme boost gegeven aan het zelfbewustzijn van verzorgenden en verpleegkundigen. ‘We werden als helden behandeld.’ Maar het heldendom heeft een associatie met uitzonderlijkheid, zo noteerden Huisman en de internationale co-auteurs in de ILC-verklaring. ‘Terwijl we deden wat we altijd al deden. Vandaar de titel. Het systeem moet zo georganiseerd zijn dat bij een volgende pandemie de essentiële zorg zeker is gesteld.’
Extra miles
‘Wel kregen we ineens meer zeggenschap en verantwoordelijkheden. We runden met collega’s complete COVID-afdelingen. Ik werkte met onbekende collega’s van allemaal verschillende afdelingen. Een collega van oogheelkunde pakte de zorg op voor een patiënt aan de optiflow, de zuurstoftherapie. Veel was nieuw, maar iedereen deed het met veel inzet. Als zorgverleners hebben we laten zien dat we weten how to go the extra mile in times of emergency, zoals we het in de verklaring zeggen.’
Leiderschap tonen
Het gegroeide zelfbewustzijn helpt de beroepsgroep om een plek op te eisen aan de tafels waar de beslissingen genomen worden, al is dat zeker niet eenvoudig. ‘Verpleegkundigen en verzorgenden zijn kampioen in verandering teweegbrengen, omdat ze het patiëntperspectief meenemen en goed kunnen communiceren. Daardoor kunnen ze opkomen voor de patiënt en de beroepsgroep. Dat is leiderschap tonen, en het hoort absoluut bij het werk.’