Verpleegkundig kwartiermaker zoekt oplossingen hoge uitstroom: ‘Strakke kaders loslaten’

Hoe behouden we verpleegkundigen voor de zorg? Hoe kunnen we ze boeien? Het zijn vraagstukken waar Harriët den Nieuwenboer zich als verpleegkundig kwartiermaker in het Haaglanden Medisch Centrum (HMC) dagelijks mee bezighoudt. Ondanks de hoge uitstroomcijfers, die voor de regio Den Haag niet anders zijn dan voor de rest van Nederland, is ze positief en werkt ze met haar collega’s aan oplossingen. “We staan met elkaar voor dezelfde uitdaging. Laten we met en van elkaar leren.”

Harriët den NieuwenboerDen Nieuwenboer kreeg van de raad van bestuur het mandaat om op verkenning te gaan. En oplossingen te zoeken voor de grote uitdagingen waar haar vakgenoten en de zorg voor staan. “Ik doe dat natuurlijk niet alleen”, vertelt ze. “Ik ben voortdurend in gesprek: met de Verpleegkundige Advies Raad (VAR), de medische staf en de raad van bestuur. En ik loop wekelijks mee op de afdelingen om te zien en horen wat er speelt.”

Structuren loslaten

De hoge uitstroom van verpleegkundigen is een belangrijk aandachtspunt in het ziekenhuis. “4 op de 10 jonge verpleegkundigen vertrekt binnen 2 jaar. Daar moeten we wat mee. Eén oplossingsrichting is om meer te flexibiliseren. Dat betekent: bepaalde vaste structuren loslaten, zoals elke dag om half 8 beginnen of een minimum aantal uren werken. Het werkt namelijk niet voor iedereen. Bij bepaalde levensfases past meer flexibiliteit, bijvoorbeeld als je jonge kinderen hebt. De eerste stap is dat werknemers sinds kort hun eigen rooster mobiel kunnen inzien. Dat helpt om meer zicht te krijgen op de verhouding tussen werk en privé.”

Flexibiliteit in onderwijs

Ook in het onderwijs is meer flexibiliteit gewenst, vindt Den Nieuwenboer. Ze voert er gesprekken over met praktijkopleiders en onderwijsontwikkelaars in het ziekenhuis, die op hun beurt met onderwijsinstellingen samenwerken. “We moeten af van de strakke kaders. Sommige mensen hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig voor hun opleiding, zorg dat die ruimte er is. En maak de taaleis minder streng: kijk per professional wat diegene nodig heeft om de taal voldoende te beheersen. En zo zijn er meer voorbeelden waar flexibeler onderwijs ervoor kan zorgen dat meer mensen de opleiding afronden.” 

Goede begeleiding

De stap erna is: zorgen dat verpleegkundigen in het vak blijven, vervolgt Den Nieuwenboer. Wat hebben zij – naast flexibiliteit – nog meer nodig? Goede begeleiding is een must. Koppel ze aan een buddy of een senior, bied een luisterend oor. Ook de leidinggevende heeft een belangrijke rol, bijvoorbeeld als het gaat om het bespreken van ontwikkelmogelijkheden.” Want opleidingsmogelijkheden, die zijn er volop. “Onze leidinggevenden helpen verpleegkundigen hun interne loopbaanpad vorm te geven. Ze worden daarbij op verschillende manieren ondersteund. We hebben een loopbaanbalie en allerlei trainingen, zoals leiderschapstraining.” 

Autonomie en zeggenschap

Verder moet er volgens de kwartiermaker nog veel meer worden geluisterd naar de wensen en behoeften van verpleegkundigen. “Met name de jongere generatie wil meer autonomie en zeggenschap. Meepraten en meebeslissen, zowel over het eigen werk als op bestuursniveau. We zien ook steeds meer jonge verpleegkundigen in de verpleegkundige adviesraad. Voor verpleegkundigen – als grootste beroepsgroep in het ziekenhuis - moet meer ruimte zijn voor inspraak. Ik merk ook dat sommige jonge verpleegkundigen het nog lastig vinden om ideeën rond zeggenschap om te zetten in concrete plannen. Ze hebben hulp nodig om die vertaling te maken.” 

Leercommunity

Een concreet voorbeeld waar Den Nieuwenboer zich hard voor maakt is het opzetten van een leercommunity, waar alle professionals in het ziekenhuis deel van uitmaken. “Er komt een plek op ons intranet waar onderzoek, best practices en innovaties uitgewisseld worden, zodat straks 3 HMC-locaties hiervan profijt hebben. We kunnen zoveel van elkaar leren. Dat gebeurt natuurlijk al, maar het kan nog veel meer. Zoals feedback geven en krijgen. Dat wordt nu vaak gerelateerd aan goed of fout handelen. Terwijl je het zou moeten zien als kans om beter te worden, te groeien als professional. Als je beter zicht hebt op wat je kwaliteiten zijn, kun je niet alleen je werk beter doen, maar hou je ook plezier in het werk.”

Leren buiten ziekenhuismuren

Leren van elkaar gebeurt ook buiten de ziekenhuismuren. Den Nieuwenboer bezocht onlangs het European Nursing Congress en merkte dat veel organisaties met dezelfde vraagstukken worstelen. Maar dat er ook volop wordt geïnnoveerd. “We staan voor dezelfde opgave. Dus laten we elkaar helpen door best practices te delen. Zodat we niet allemaal het wiel opnieuw hoeven uit te vinden.” Ook het RN2Blend-onderzoek kan volgens Den Nieuwenboer het beroep verder helpen. “Het is goed dat er overkoepelend onderzoek wordt gedaan. Zo krijgen we meer zicht op wat er speelt. Uitwisseling van kennis is belangrijk. Hoe zorgen we dat die kennis op de werkvloer terechtkomt? Dat is nog best een uitdaging, want op de werkvloer regeert toch vaak de drukte en waan van de dag.”

Ruimte voor creativiteit

Den Nieuwenboer krijgt in haar ziekenhuis veel ruimte om creatieve oplossingen te zoeken én in de praktijk te brengen, merkt ze. “Er wordt hier geluisterd naar medewerkers. Ik zie elke dag innovatie en creativiteit om me heen. Als een werkgever goed is voor haar medewerkers, dan houden zij de energie om met plezier aan het werk te blijven. Ik spreek uit ervaring.”

Praktijkverhalen

In deze serie artikelen vertellen verpleegkundigen hoe zij vormgeven aan hun vak en de ontwikkelingen die daarin gaande zijn.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang het RN2Blend-nieuws maximaal 1 keer per week in je mailbox.

Schrijf je in