VAR ervaart meer invloed op zorgbeleid

Verpleegkundig Adviesraden hebben in de afgelopen vijf jaar ervaren dat hun invloed op het zorgbeleid flink is toegenomen. Bovendien zijn nieuwe middelen ontstaan om invloed uit te oefenen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat de VAR werkt aan de relatie met de raad van bestuur.

Dit stellen Pieterbas Lalleman, Xenia Yocarini, Maarten Boers en Arjan Verhoeven in hun artikel ‘Invloed VAR op zorgbeleid’ dat onlangs verscheen in vakblad TvZ. De onderzoekers hielden een inventarisatie onder ziekenhuizen en zorginstellingen in de VVT, GGZ en gehandicaptenzorg. Het betrof een vervolg op een landelijke inventarisatie in 2015.

Invloed op zorgbeleid

Vooral de ziekenhuizen zijn goed bedeeld wat betreft de aanwezigheid van een VAR. Ook in de VVT en GGZ heeft de in 2015 gesignaleerde trend voorzichtig doorgezet. In de gehandicaptenzorg is de VAR nog minder bekend. De ervaren invloed van de VAR op het zorgbeleid is de afgelopen jaren toegenomen. Gaf in 2015 59 % zichzelf op dit punt nog een voldoende, in 2019 is dat gestegen naar 80 %.

Relatie met raad van bestuur

Het rapportcijfer dat de VAR geeft voor haar relatie met de raad van bestuur is sinds 2015 nauwelijks veranderd. Zo’n 98 % geeft deze relatie een voldoende. Wel zitten de VAR en rvb tegenwoordig vaker bij elkaar aan tafel. VAR’en zijn minder positief over de relatie met de verpleegkundigen in de zorginstelling: 18 % geeft deze relatie een 5 of lager.

Wij-zij-denken

Een aantal zaken valt op in de relatie tussen de VAR en de rvb, aldus de onderzoekers. Zo kan de hiërarchie het bespreken van ‘gevoelige puntjes’ in de weg staan. De samenwerking verloopt verder veelal volgens het ‘bestuurlijke boekje’, waarbij de rvb de rol van coach, adviseur of ambassadeur pakt. Ook zagen de onderzoekers ‘wij-zij-denken’ in de relatie tussen rvb en VAR, wat "de samenwerking soms uitdagend maakt".

Leiderschap en invloed

De afgelopen jaren zijn naast de VAR steeds meer nieuwe middelen ontstaan om leiderschap en invloed van verpleegkundigen te vergroten. Zo zetten instellingen onder meer in op leiderschapsprogramma’s voor verpleegkundigen, introduceren ze Chief Nursing (Information) Officers en stellen ze leden met een verpleegkundige achtergrond aan in de raad van bestuur of raad van toezicht. Ook geven zorginstellingen functiedifferentiatie samen verder vorm.