Onderzoek en praktijk komen samen in digitaal magazine RN2Blend
Hoe krijgt gedifferentieerd werk vorm in ziekenhuizen en umc's? Wat motiveert verpleegkundigen en waar maken ze zich zorgen over? En wat heeft onderzoek hiernaar tot nu toe opgeleverd? Deze en andere vraagstukken komen aan bod in het digitale magazine van RN2Blend, een 4-jarig wetenschappelijk onderzoeksprogramma naar gedifferentieerd verpleegkundig werk in ziekenhuizen en umc's. Het magazine bevat verhalen uit de praktijk, interviews met onderzoekers en praktische tips.
"RN2Blend onderzoekt hoe we gedifferentieerd kunnen werken. En hoe dat bijdraagt aan een positieve werkomgeving en kwaliteit van zorg", zegt Hester Vermeulen, hoogleraar verplegingswetenschap en voorzitter van de RN2Blend-onderzoeksgroep, in de openingsvideo van het magazine. RN2Blend kent 5 onderzoeksthema’s. Elk thema komt in het magazine aan bod, met verhalen van verpleegkundigen en een toelichting door de onderzoekers. Ze vertellen wat al aan resultaten is opgehaald in de ziekenhuizen en umc’s, en laten zien waarop zij zich de komende tijd gaan richten met hun onderzoek.
Drijfveren en zorgen
In de interviewserie ‘Vier vragen aan’ delen verpleegkundigen hun drijfveren én zorgen. Ook vertellen ze wat volgens hun het belang van onderzoek is voor de ontwikkeling van het verpleegkundig vak. Publiekshistoricus Hugo Schalkwijk dook in de geschiedenis rond gedifferentieerd werk, leiderschap en positionering van verpleegkundigen. Hij ontwikkelde een historische tijdlijn met sleutelmomenten, waarvan een aantal in het magazine zijn uitgelicht. Verder bevat het magazine praktische tips voor verpleegkundige teams die aan de slag willen met gedifferentieerd werken.
Onderzoeksprogramma RN2Blend
RN2Blend is eind 2019 gestart in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd door een consortium van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), met onderzoekers vanuit het Radboudumc, UMC Utrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, Fontys Hogeschool en het Spaarne Gasthuis.