Lessen BIG-II-debat: bied ruimte aan verschillende wensen, ambities en meningen
In het najaar van 2019 ging er een streep door het wetsvoorstel BIG-II, na een zomer vol ophef. Tegenstanders hadden zich verenigd en kwamen in actie. Hoe ontvouwde de discussie zich en wat waren de gevolgen?
RN2Blend-onderzoekers Martijn Felder, Syb Kuijper, Pieterbas Lalleman, Roland Bal en Iris Wallenburg namen de gebeurtenissen onder de loep en publiceerden hun bevindingen in wetenschappelijk tijdschrift Journal of Professions and Organization. Martijn praat ons bij.
Wat was er ook alweer aan de hand?
“Er was een wetswijziging aangekondigd die onderscheid zou gaan maken tussen verpleegkundigen en regieverpleegkundigen. Dat leverde veel commotie en ook emotie op. Met name mbo- en in service-opgeleide verpleegkundigen vreesden dat zij bepaalde taken niet meer zouden mogen uitvoeren. Daarnaast kregen ze het gevoel dat er over hen werd beslist zonder dat zij zelf inspraak hadden.
Voorstanders zeiden dat het juist logisch was om te differentiëren. Waarom zijn er verpleegkundige opleidingen op meerdere niveaus als je vervolgens allemaal hetzelfde gaat doen? Daarnaast benadrukten ze dat verpleegkundigen wel degelijk waren betrokken bij het voorstel en dat er geen taken zouden verdwijnen: de regieverpleegkundige kreeg er alleen taken bij.
Overigens merk ik nu in reacties op ons artikel dat die overtuiging dat ervaren verpleegkundigen taken zouden kwijtraken nog steeds bestaat. Het is kennelijk nog niet goed gelukt die misvatting te corrigeren. Er is in Nederland geen ruimte om het met minder verpleegkundigen te doen, of verpleegkundigen minder taken uit te laten voeren. Maar er is wel behoefte om de competenties van ervaren en hoogopgeleide verpleegkundigen beter te benutten.”
Waarom blikken jullie terug op deze periode?
“We willen de gebeurtenissen beter begrijpen. Waarom sneuvelde de voorgestelde wetswijziging? Wie waren de voor- en tegenstanders en hoe spraken zij zich uit? Hier meer zicht op krijgen is relevant omdat het consequenties heeft voor de verdere ontwikkelingen binnen het beroep.”
Hoe hebben jullie het onderzoek aangepakt?
“We hebben vele betrokkenen geïnterviewd, waaronder voor- en tegenstanders. Wat zagen zij gebeuren en welke positie hadden ze in het debat? Dat debat vond plaats op verschillende plekken: in ziekenhuizen en op verpleegkundige afdelingen, maar ook op sociale media en in talkshows.
We hebben deze bronnen geanalyseerd. Hoe werd het probleem beschreven, hoe spraken voor- en tegenstanders over elkaar, welke woorden gebruikten ze? Dit hebben we vervolgens geduid aan de hand van wetenschappelijke literatuur over conflicten tussen groepen en het populisme. Niet om verpleegkundigen als populisten weg te zetten, maar om te begrijpen hoe een debat in een wij-zij-conflict kan ontaarden, en hoe je vandaaruit weer verder kunt komen.”
Hoe kenmerkte de BIG-II-discussie zich?
“Tegenstanders van de aangekondigde wetswijziging wisten zich effectief te organiseren. Dit deden zij door zich neer te zetten als de vertegenwoordigers van verpleegkundigen en hun belangen. Tegelijkertijd positioneerden ze zich tegenover uitgesproken voorstanders van de wet, maar bijvoorbeeld ook tegenover verpleegkundigen met een genuanceerde mening. Het was ‘wij’ verpleegkundigen tegenover ‘zij’ beleidsmakers, experts en een hoogopgeleide verpleegkundige ‘elite’ waartegen het vak beschermd moest worden. De discussie raakte daardoor enorm gepolariseerd.
In feite ging het om een kleine, maar uitgesproken groep die steeds meer verpleegkundigen aan zich leek te binden en zo tegenmacht wist te creëren. Dat gebeurde overigens ook wel in de context van ontevredenheid rondom een nieuwe cao. Niet iedere verpleegkundige die demonstreerde keerde zich ook tegen functiedifferentiatie, maar dat werd het wel in de beeldvorming. Ontevreden verpleegkundigen kregen een platform en er werd naar ze geluisterd.”
Wat waren de consequenties van deze manier van discussievoeren?
“De wij-zij-discussie ging voorbij aan de grote diversiteit binnen de verpleegkundige beroepsgroep. Dé verpleegkundige bestaat immers niet. Door die polarisatie was er nauwelijks ruimte om het te hebben over de uiteenlopende kennis, expertise, ervaringen en ambities van verpleegkundigen. Terwijl zicht op deze verschillen juist heel belangrijk is om het beroep verder te ontwikkelen, ook in termen van zeggenschap en waardering. Daarnaast ontstond er angst en wantrouwen bij verpleegkundigen. Sommige verpleegkundigen durfden hun ambities niet meer te uiten tegenover collega’s, andere verpleegkundigen vreesden dat ze hun beroep straks niet meer konden uitoefenen.”
Welke lessen kunnen we trekken?
“Dat verpleegkundigen zich wisten te mobiliseren en succesvol in opstand kwamen tegen de voorgestelde wetswijziging was een belangrijke gebeurtenis. Eén die goed past in bredere ontwikkelingen rondom zeggenschap en waardering. Tegelijkertijd werd er ook een vrij specifiek beeld van de verpleegkundige en het verpleegkundig werk benadrukt. Dit deed geen recht aan de verscheidenheid aan verpleegkundigen en hun uiteenlopende noden, wensen, zorgen en ambities.
De wet is gesneuveld, maar veel ziekenhuizen zijn doorgegaan met gedifferentieerd werken. Dat was ook de afspraak die is gemaakt na intrekken van de wet. Om zo’n traject goed te laten verlopen is de betrokkenheid van verpleegkundigen met uiteenlopende kennis, ervaring en opleidingsniveaus essentieel. Hoe denken zij na over hun functies en rollen en wat zijn hun ambities? Hoe verhouden deze functies en rollen zich tot elkaar in de dagelijkse verpleegkundige praktijk? Zorg dat er ruimte is voor de inbreng vanuit verschillende kanten wanneer je aan de slag gaat met het anders organiseren van verpleegkundig werk in ziekenhuizen en op afdelingen.
Kijk ook waar nieuwe mogelijkheden en ambities liggen. De COVID-crisis heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat er een tekort aan verpleegkundigen is én dat dit grote gevolgen kan hebben voor ons land. En verpleegkundigen hebben tijdens de crisis laten zien dat zij de zorg op een goede manier kunnen organiseren. Gedifferentieerd werken moet - nu misschien nog wel meer dan in 2019 - gaan over de ontwikkeling van het vak, waarbij verpleegkundigen zo goed mogelijk gebruik kunnen maken van hun competenties.”
Benieuwd naar de publicatie? Lees het in Journal of Profession and Organization.