Hoe maak je werk zo aantrekkelijk mogelijk voor verpleegkundigen?
Lucas Goossens doet voor RN2Blend onderzoek naar de waarde en de kosten van de verpleegkundige zorg. Samen met een collega-onderzoeker en een promovendus van de Erasmus Universiteit Rotterdam richt hij zich onder andere op de voorkeuren van verpleegkundigen voor onderdelen van hun werk. De hoofdvraag bij dit laatste is: hoe kan het werk zo aantrekkelijk mogelijk worden gemaakt?
In hun onderzoek voor RN2Blend buigen Lucas Goossens en zijn 2 collega’s – hoogleraar Maureen Rutten-van Mölken en promovendus Nienke Miedema – zich over meerdere thema’s. Zij stellen de vraag hoe de gezondheidsuitkomsten en de kosten veranderen door een andere inzet van verpleegkundigen, brengen in kaart welke waarde patiënten hechten aan uitkomsten van behandelingen waarbij verpleegkundigen nadrukkelijk een rol spelen en aan andere kenmerken van hun behandeling. Bovendien onderzoeken ze naar welke omstandigheden van hun werk de voorkeur van verpleegkundigen uitgaat.
Bij het meten van de preferenties van patiënten en verpleegkundigen wordt het keuze-experiment ingezet. Goossens: “Daarmee meet je niet alleen óf iemand iets belangrijk vindt, maar kunnen we ook in cijfers uitdrukken hoe belangrijk verpleegkundigen en patiënten bepaalde zaken vinden. Bij verpleegkundigen gaat het dan bijvoorbeeld over salaris, werkdruk, en autonomie.”
Veel autonomie of een hoog salaris
In grote lijnen werkt het als volgt. De onderzoekers leggen verpleegkundigen 10 keuzes tussen telkens twee verschillende banen voor. De kenmerken van die banen veranderen steeds. In de eerste vraag heeft de ene baan bijvoorbeeld heeft een hoger salaris en meer werkdruk dan de andere, terwijl de tweede baan meer autonomie en minder ontwikkelingsmogelijkheden heeft. Door de antwoorden van een groot aantal respondenten statistisch te analyseren stellen ze vast hoe belangrijk onderdelen van het werk voor verpleegkundigen zijn. Een conclusie zou kunnen zijn: autonomie is even belangrijk als 10 procent salaris erbij.
Goossens: “Stel dat het ene kenmerk beter wordt en het andere juist minder goed, wat voor gevolgen heeft dat voor de keuze van een individuele verpleegkundige om in het vak te blijven?”. Concreet: als het loon omhoog gaat, zal de individuele verpleegkundige er dan eerder voor kiezen om te blijven? Het keuze-experiment heeft alles te maken met functiedifferentiatie, waarin een belangrijk doel is om het verpleegkundig beroep aantrekkelijk te maken (of houden) voor verpleegkundigen.
Van belang voor dit onderzoek is dat de onderwerpen zo concreet mogelijk worden omschreven, volgens Goossens. Beloning zal niet worden uitgedrukt in een generieke term als een hoog salaris, maar een specifiek loon. Hetzelfde gaat op voor werkdruk. Er zal niet worden gesproken van hoge werkdruk, maar bijvoorbeeld het aantal patiënten dat een individuele verpleegkundige onder haar hoede heeft. Administratieve lasten kunnen worden geoperationaliseerd als het aantal uren dat een verpleegkundige bezig is met administratieve taken. De onderzoekers willen de werkomstandigheden en arbeidsomstandigheden kiezen en beschrijven in overleg met verpleegkundigen.
Zorgkosten
Dan de gezondheidsuitkomsten en kosten, een ander onderzoeksthema waarover Goossens en zijn collega’s zich gaan buigen. “Wat zijn de gevolgen van functiedifferentiatie voor de kosteneffectiviteit van behandelingen? We gaan dit bekijken aan de hand van een aantal specifieke behandelingen, die we nog moeten selecteren.” Een voorbeeld van een vraag in het onderzoek kan zijn: hoeveel uur kost het om een patiënt met een bepaalde aandoening te behandelen? Maar ook: wat zijn de gevolgen voor de gezondheid van patiënten wanneer de verpleging op een afdeling anders wordt georganiseerd?
Deze wetenschappelijke discipline heet Health Technology Assessment (HTA). HTA is een manier om te onderbouwen of een bepaalde behandeling in de zorg moet worden gebruikt. Dit soort onderzoek legt vaak de nadruk op gezondheidsuitkomsten en zorgkosten, maar andere aspecten kunnen ook worden meegenomen. Goossens en zijn team kijken hierbij naar de uitkomsten voor de patiënt. “Met ‘gezondheidsuitkomsten’ bedoelen we hier dingen die direct waarde hebben voor de patiënt, kwaliteit van leven, overleving, hoeveel pijn iemand krijgt en of de behandeling heeft opgelost wat het probleem was.”
Verandering
In het HTA-onderzoek zoeken de onderzoekers naar antwoorden op de vraag: als een ziekenhuis op een andere manier gaat werken, wat voor gevolgen heeft dat dan? Goossens zoekt nadrukkelijk ziekenhuizen waar verandering in de manier van werken plaatsvindt, om daar onderzoek naar te kunnen doen. Het team wil de ziekenhuizen die een verandering doormaken, vergelijken met ziekenhuizen waar dat niet gebeurt. Het is de bedoeling dat het onderzoek een breed spectrum van behandelingen, organisatievormen en veranderingen omvat.
“We zijn druk bezig met het selecteren van casussen ”, zegt Goossens. “Als er ziekenhuizen die willen meewerken of meedenken, dan zijn ze welkom om contact op te nemen.” Het voordeel voor een ziekenhuis dat meewerkt aan het onderzoek, is dat de betrokkenen direct leren wat het gevolg is van een interventie. Een voorwaarde voor deelname aan het onderzoek is vanzelfsprekend dat verpleegkundigen een belangrijke rol spelen in de verandering in de manier van werken.
----
Meer weten? Mail onderzoeker Nienke Miedema van de Erasmus Universiteit, miedema@eshpm.eur.nl