Substudy 5 – Reorganised nursing care: costs and value

The substudy ‘Reorganised nursing care: costs and value’ looks at the value and the cost of nursing care. The substudy is being conducted by Lucas Goossens, Maureen Rutten-van Mölken from Erasmus University Rotterdam. They examine subjects such as how health outcomes and costs change as a result of deploying nurses in a different manner. The researchers demonstrate the value that patients attach to various nurse-sensitive outcomes and other characteristics of their treatment. They also look at nurses’ preferences for various aspects of their work. In other words: how can their work be made as attractive as possible?

Lucas Goossens

Lucas Goossens works as a health scientist and health economist at Erasmus University Rotterdam. ‘Her research focuses on the effects and costs of healthcare treatments and on measuring patient and healthcare provider preferences. He is Programme Director of the Master’s degree course in Health Economics, Policy & Law. His PhD thesis (2013) was on hospital-based care for COPD patients.

Nienke Miedema

Nienke Miedema graduated as a professional nurse in 2015. In 2019 she completed a Master’s degree in Health Economics, Policy and Management. She has experience in both fields. In healthcare, she has worked at institutes including the Elizabeth-TweeSteden Hospital in Tilburg. Since 2020 has been a PhD candidate at Erasmus University Rotterdam and is conducting research into the costs and value of differentiated practice in nursing care. 

Maureen Rutten-van Mölken

Maureen Rutten-van Mölken is Professor of Economic Evaluation of Innovations for Health at Erasmus University Rotterdam. She is Scientific Director of the Institute for Medical Technology Assessment (IMTA). Her research focuses on issues including the cost effectiveness and financing of complex interventions that require a change in the healthcare system (integrated care in cases of multi-morbidity; ‘hospital at home’). She also works on the healthcare economics of personalised care.

RN2Blend TV: Waarde en kosten verpleegkundige zorg

Lucas Goossens en Nienke Miedema doen onderzoek naar de rollen van verpleegkundigen en wat veranderingen hierin kunnen opleveren. De wetenschappelijke discipline waar ze zich mee bezighouden heet Health Technology Assessment (HTA). In het HTA-onderzoek zoeken de onderzoekers naar antwoorden op de vraag: als een ziekenhuis op een andere manier gaat werken, wat voor gevolgen heeft dat dan? Ze vertelden erover op 24 november 2020 tijdens de derde aflevering van RN2Blend TV.

Q&A - Waarde en kosten verpleegkundige zorg

Wat is HTA?

Health technology assessment is een discipline op het snijvlak van de gezondheidseconomie en epidemiologie. In brede zin staat bij HTA de vraag centraal wat de gevolgen van een bepaalde interventie (innovatieve behandeling, nieuwe procedure, enzovoorts) zijn. Het kan gaan om effecten op de gezondheid van patiënten en op de kosten, gevolgen voor organisaties, en afwegingen over ethiek en een eerlijke verdeling. De onderdelen van een HTA-studie kunnen verschillen, maar een economische evaluatie staat meestal centraal: hoeveel extra gezondheid levert een nieuwe behandeling op en wat moet daarvoor worden opgeofferd? 

Die uitkomst kan worden gebruikt door beleidsmakers, die bijvoorbeeld moeten bepalen of een duur, nieuw medicijn zijn geld waard is. Maar ook bij de vraag hoe processen in de zorg het beste kunnen worden ingericht om zoveel mogelijk patiënten goed te kunnen helpen. 

Moet je kwaliteit en kwantiteit afwegen bij een keuze tussen 2 behandelingen?

Uiteindelijk moeten er keuzes worden gemaakt. Als je geld uitgeeft aan de ene behandeling, is er nu eenmaal minder over voor andere behandelingen (of voor zaken buiten de gezondheidszorg). Als je de keuze niet expliciet op landelijk niveau maakt, gebeurt het wel op een andere manier, bijvoorbeeld doordat de budgetten van ziekenhuizen beperkt zijn. Het is dan niet duidelijk op grond waarvan bepaalde keuzes worden gemaakt of wie daarvan de dupe zijn. Maar je kunt ook bewust een keuze maken tussen de dure, levensverlengende behandeling voor een bepaalde patiëntengroep, of voor minder kostbare operaties die bij een groter aantal patiënten veel kwaliteit van leven toevoegen. Het gaat dus zowel om kwantiteit (levensjaren winnen) als kwaliteit van leven. 

Sommige mensen vinden het niet ethisch om gezondheid in verband te brengen met geld. Gezondheidseconomen zijn het daar niet mee eens. Zij benadrukken dat een goede afweging ervoor kan zorgen dat het beschikbare geld meer gezondheid of juist een eerlijker verdeling oplevert. Het zou juist niet ethisch zijn om het gemeenschapsgeld minder zorgvuldig uit te geven of om personeel niet doelmatig in te zetten.  

In HTA wordt onder andere gewerkt met QALY’s: wat zijn dat?

QALY staat voor quality-adjusted life-year, voor kwaliteit gecorrigeerd levensjaar. Een jaar in volledige gezondheid telt als 1 QALY, een half jaar als 0,5 QALY. Ook een extra levensjaar in matige gezondheid, een kwaliteit van leven van 50%, telt als 0,5 QALY. In de QALY zitten dus zowel de extra tijd van leven die een behandeling kan toevoegen, als verbeteringen in de kwaliteit van leven. De ene behandeling levert immers vooral kwaliteit van leven op, terwijl de andere de levensverwachting verbetert. Met deze maatstaf kun je daardoor toch de effecten van behandelingen voor verschillende aandoeningen met elkaar vergelijken.  

Bij de beoordeling van nieuwe geneesmiddelen gaat het Zorginstituut Nederland er in principe van uit dat een QALY gezondheidswinst maximaal zo’n € 80.000 mag kosten. Voor milde aandoeningen wordt een grens van € 20.000 gehanteerd, bij matige aandoeningen is dat € 50.000. Overigens zijn die bedragen nog niet echt onderbouwd.  

Zijn er al voorbeelden van HTA-studies op verpleegkundig terrein?

Jazeker. Het meeste HTA-onderzoek gaat nog steeds over nieuwe geneesmiddelen, maar ook binnen het verpleegkundig beroep gebeurt steeds meer. Zo zijn er studies die de opbrengsten van verschillende verpleegkundige behandelingen evalueren. Een voorbeeld hiervan is onderzoek naar het verschil tussen continu versus periodiek monitoren van vitale functies bij patiënten. Andere studies concentreren zich meer op de inzet van verpleegkundig personeel. Een voorbeeld hiervan is een studie naar de tijdsbesteding van IC-verpleegkundigen bij de behandeling van COVID-19-patiënten. Een ander voorbeeld is een Nederlandse kosteneffectiviteitsstudie, waarbij is gekeken naar een andere werkverdeling op de spoedeisende hulp.  

Het is wel interessant op te merken dat de meeste studies naar verpleegkundig werken vooral naar gezondheid kijken en minder expliciet de kosten meenemen in de afwegingen. Dat heeft ook te maken met methodologische moeilijkheden: welke kosten zijn relevant en hoe kunnen we die goed in kaart brengen? Studies die wel de focus leggen op kosten hanteren dan ook heel veel verschillende methoden, waardoor het voor ziekenhuizen vaak lastig is ervan te leren. 

Wordt er in het onderzoek ook naar werkbeleving van verpleegkundigen gemeten?

Dat staat nog niet vast, maar als daar behoefte aan is kunnen we dat zeker meenemen in de onderzoeken die nog niet zijn gestart. We kijken in elk geval wel naar de waarde die verpleegkundigen hechten aan verschillende aspecten van hun werk. Op die manier willen we meer inzicht krijgen in factoren die het beroep aantrekkelijker en minder aantrekkelijk maken.  

Worden bij jullie onderzoek ook de langetermijneffecten van de interventie meegenomen?

Dat ligt aan de definitie van langetermijneffecten. We kunnen niet over 5 of 10 jaar meten, maar ons onderzoek voorziet wel in verschillende meetmomenten. We proberen wel inzicht te krijgen in de structurele situatie nadat veranderingen hebben plaatsgevonden. 
 

Zijn jullie nog op zoek naar ziekenhuizen of afdelingen waarbinnen jullie onderzoek kunnen doen?

Daar zijn we zeker in geïnteresseerd. Zeker als de interventie in de toekomst start, zodat we ook nog een nulmeting kunnen doen. Heb je interesse, mail dan naar miedema@eshpm.eur.nl

Kunnen alleen ziekenhuizen zich aanmelden?

Ja, we zullen ons beperken tot ziekenhuizen, omdat het onze opdracht is om het onderzoek binnen deze branche uit te voeren. We streven er wel naar, net als al onze andere RN2Blend-collega’s, de kennis waar mogelijk ook toegankelijk en bruikbaar te maken voor verpleegkundigen die in andere branches werkzaam zijn. 

Een vraag of suggestie?

Heb je vragen over dit deelonderzoek of wil je in contact komen met de onderzoekers?